Een medewerker werkt al 19 jaar bij een bedrijf in de verpakkingsindustrie. Drie leidinggevenden spreken hem aan op het meenemen van een pak koekjes uit de kantine. Hij loopt boos weg en ze lopen achter hem aan. Onderweg naar de kleedkamer steekt hij een schaar bij zich. Het gesprek wordt ter plekke voortgezet, hij geeft de schaar af en ontslag op staande voet volgt. Dan roept hij: ‘ik kom achter jullie aan’.

Het ontslag wordt bevestigd per brief. In de brief staan als redenen gemeld het in zijn tas stoppen van een pak koekjes waarvan de werknemer wist dat die van iemand anders waren, het geven van onjuiste en tegenstrijdige verklaringen over de koekjes, en het boos/agressief reageren tijdens en vlak na het gesprek hierover, waardoor het vertrouwen onherstelbaar is beschadigd.

Diefstal koekjes?
Zelfs als de medewerker het pak koekjes zou hebben weggenomen om mee naar huis te nemen en in zijn tas zou hebben gestopt, dan vormt dat volgens de rechter in dit geval geen dringende reden voor ontslag op staande voet. Het gaat om koekjes die de chauffeur regelmatig van een relatie kreeg om in de kantine uit te delen aan het personeel. Dat is iets anders dan levensmiddelen die de werkgever zelf in de kantine aan het personeel verstrekt. De werknemer hoefde in deze omstandigheden niet te beseffen dat het meenemen van deze koekjes als diefstal (van bedrijfseigendom) zou worden bestempeld en tot ontslag op staande voet zou kunnen leiden.

Schaar
De rechter vindt het aannemelijk dat de werknemer zich tijdens het gesprek met drie leidinggevenden geïntimideerd voelde. Na de beschuldiging van diefstal is hij boos opgestaan en weggelopen om naar huis te gaan. Vervolgens heeft hij een schaar gepakt. Dat hij de intentie had om daarmee te dreigen is volgens de rechter niet vast komen te staan. Mogelijk wilde de werknemer de schaar, die hij had laten liggen toen hij op het matje werd geroepen, gewoon opruimen.

Bedreiging?
Na de mededeling dat op de diefstal ontslag op staande voet zou volgen, is de medewerker in woede uitgebarsten en heeft geroepen ‘ik kom achter jullie aan’. In het licht van de omstandigheden, waaronder het feit dat de werknemer eigenlijk meteen naar huis te wilde, maar was overgehaald om te blijven praten en na 19 jaar dienstverband net had gehoord op staande voet te worden ontslagen, vindt de rechter een dergelijke uitroep geen dringende reden voor een ontslag op staande voet.

Oordeel rechter
De conclusie is dat de gedragingen van de werknemer geen dringende reden vormen voor ontslag op staande voet. De werknemer heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld. De werknemer heeft recht op de transitievergoeding. Ook kent de rechter hem een billijke vergoeding toe van € 3.500.

Tip: Deze uitspraak laat een situatie zien waarin een futiliteit volledig uit de hand loopt. Probeer als werkgever eerst op een neutrale manier vragen te stellen, in plaats van direct de beschuldigende vinger op te steken.